Klaverjassen
wordt bijna altijd gespeeld met 4 personen. Maar het is ook mogelijk te
klaverjassen met 3 personen. Het merendeel van de spelregels van het
klaverjassen met 3 personenen is hetzelfde als het normale klaverjas.
Hieronder staan de verschillen:
Iedere speler krijgt 10
kaarten uitgedeeld in het begin, dat betekend dat er 2 kaarten
overblijven. Deze kaarten worden omgekeerd op de tafel gelegd. De
speler die gaat mag de 2 overgebleven kaarten pakken. Deze speler moet
dan ook weer 2 kaarten terugleggen. Dit zullen dus vaak lage of
niet handige kaarten zijn.
Iedere speler speelt zijn eigen spel
klaverjas, er zijn dus geen maten of paren bij deze vorm van
klaverjassen. Er zijn dus 3 score lijsten.
De speler lings na
de deler, mag vertellen hoeveel punten hij denkt te gaan halen
(inclusief roem). De speler daarna kan daaroverheen of passen.
Als een speler past ligt hij uit de biedronde en kan hij niet meer
gaan. Als er 2 van de 3 spelers hebben gepast, moet de overige speler
het geboden aantal punten halen.
De kans op roem is veel kleiner bij deze vorm van klaverjassen, er 4 kaarten zijn onmogelijk!